- Vorig jaar werkten er 204.000 personen kortere of langere tijd in de tuinbouwteeltsectoren. Uitgedrukt in fulltimebanen ging het om een aantal van 96.500. In de glastuinbouw werkten 103.000 personen, in de vollegrondssectoren 95.000 en verder nog ruim 6.000 personen in de champignonteelt.
- Veruit het grootste deel van de werkgelegenheid in de tuinbouwteeltsectoren is flexibele arbeid, nl. 143.000 personen tegen 61.000 personen in de vaste kern. In alle deelsectoren werkten meer flexibel krachten dan vaste krachten. In de boomkwekerijsector wekten naar verhouding de minste flexwerkers.
- Uitgedrukt in fulltimebanen maakt de flexibele arbeid een aandeel uit van 53%. In de champignonsector is het aandeel flexibel arbeid het grootst met 65%. Bij de teelt van groenten onder glas is dat niet veel minder, nl. 64%. Bij opengroendsgroenten en in de bloembollenteelt is het aandeel van de flexibele arbeid 60%. In de boomkwekrijsector is het aandeel flexibele arbeid met 32% het laagst.
- De ca. 11.000 tuinbouwbedrijven in 2012 werden geleid door 9.100 ondernemers en verder ook nog 1.900 bedrijfsleiders in vaste dienst. Verder waren er nog 11.300 familieleden die werkzaam waren op de bedrijven. Het aantal vaste krachten (excl. bedrijfsleiders) bedroeg 39.000. De flexibele schil in de tuinbouw werd ingevuld door 69.000 personen met een tijdelijk dienstverband en 74.000 uitzendkrachten.